Precisielandbouw heeft zichzelf allang bewezen
Precisieteelt Plus gebruiker Tom Bosscher vertelt over de toepassing van precisielandbouw op zijn bedrijf en zijn visie op het te behalen teeltrendement. Tom Bosscher (29) runt samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van 135 hectare in Termunterzijl. Op de rand van het Oldambt, het Groninger graangebied. Naast het akkerbouwbedrijf is Tom distributeur van het precisielandbouw platform KORE in Nederland voor SoilEssentials en werkt hij voor SoilEssentials als Sales Consultant in de rest van Europa. Van Iperen heeft haar Precisieteelt Plus concept ontwikkeld op het KORE platform.
“Ons bedrijf bestaat uit 2 locaties, 2 km uit elkaar. De grondsoort begint op de ene boerderij met lichte zavel en gaat op de andere boerderij over op zwaardere klei. Deze overgang is bij ons bedrijf duidelijk te zien en zorgt ook voor grote verschillen in groei en opbrengst van de gewassen. Om die reden maken wij verschillende keuzes op de verschillende grondsoorten. Waar het op het ene perceel snel wil slempen, gebeurt dat op de andere locatie totaal niet.
Inspelen op bodemvariatie
Inmiddels maken we al 9 jaar opbrengstkaarten met de combine. Dit gaf ons inzicht in de grote verschillen die er in de opbrengst zitten. Met behulp van historische kaarten op topotijdreis.nl is het ons duidelijk geworden hoe het landschap er vroeger uitzag en dat verklaart veel van de verschillen die we vandaag nog zien. Nu is het de volgende stap om hier ook wat mee te gaan doen, de bodem gaan we immers niet veranderen. Wat we wel kunnen doen is aanpassingen doen in de toepassingen die we uitvoeren. Van uniforme gift per perceel naar variabele toepassing aan de hand van de bodemvariatie en gewasscans.
Begonnen met een drone
In 2014 zijn we op basis van gewasscans, met behulp van satellieten en drones, begonnen met het variabel bemesten van de wintertarwe. Met goede resultaten. Door gebruik te maken van deze beelden kunnen we zien welke delen van het perceel juist goed groeien en welke delen minder goed ontwikkelen. Binnen onze percelen zien we verschillen die te verklaren zijn door de grondslag, oude watergangen of het feit dat het langjarig grasland is geweest. In 2012 hebben we een nieuwe spuitmachine gekocht die variabel kon spuiten en daarna een zaaimachine die variabel kon zaaien.
Variabel wintertarwe bemesten
Sinds we vanaf 2015 de mogelijkheid hebben om snel en eenvoudig toegang te krijgen tot satellietbeelden van onze percelen, is het een stuk eenvoudiger geworden. Deze beelden zijn kwalitatief goed genoeg en relatief goedkoop en brengen in kaart waar verschillen in groei zijn binnen een perceel. Zo krijgen we veel extra informatie en kunnen we gerichter de gewassen gaan inspecteren. Waar we voorheen random door de tarwe liepen, lopen we nu gericht naar een plek toe omdat er op de beelden een afwijking te zien is. De combinatie van actuele satellietbeelden en goede bodemkaarten is in mijn optiek cruciaal voor een goede beoordeling. Soms geeft de bodemkaart de verklaring van de verschillen in groei, maar zaken als verschil in voorvrucht of moment van bewerken op een perceel is hier niet op te zien. De actuele satellietbeelden kunnen dit vaak heel goed laten zien.
Deze informatie gebruiken we vervolgens voor het variabel stikstofbemesten van de wintertarwe. We analyseren waar de verschillen vandaan komen en gaan hier vervolgens op bijsturen. De discussie of het sturen met kunstmest zin heeft en de vraag waar meer bemest moet worden snap ik volledig. Maar ik ben ook van mening dat we hier alleen maar achter komen door het te proberen. Elk perceel is uniek en ieder heeft een eigen aanpak voor zijn gewassen. Waarom zouden we met variabel bemesten dan wachten? Ervaring opdoen op het eigen bedrijf zorgt voor een grote meerwaarde en brengt sneller antwoorden.
Variabel tarwe zaaien
Sinds 2 jaar maken we gebruik van de Precisieteelt Plus bodempotentiekaart van Van Iperen. Deze geeft ons houvast voor de verschillen in grondslag binnen onze percelen. Vaak komt dit goed overeen met de opkomst van de tarwe en later met de afrijping. Zo zijn we vorig jaar begonnen met het variabel zaaien van de tarwe op basis van de bodempotentiekaart. Normaal gesproken zaaien we op onze grond rond de 200 kg/ha, afhankelijk van het duizendkorrelgewicht. Hierbij gingen we eerder uit van de opkomst en resultaten van de zware grondsoort. Nu we in beeld hebben waar de grond lichter is, durven we op de lichtere grond de zaaizaadhoeveelheid te laten zakken tot 150 kg/ha.
Afgelopen najaar hebben we gemiddeld 175 kg/ha gezaaid. De besparing van 25 kg/ha resulteert in een financiële besparing per hectare van een kleine 15 euro. Graan wordt door velen gezien als een laag salderend gewas en dat precisielandbouw hiervoor niet uit kan. Maar met deze stap hebben we de helft van de kosten van de bodempotentiekaart al terugverdiend en dan moet het gewas nog gaan groeien.
Door mijn werk naast het akkerbouwbedrijf spreek ik ook met telers uit andere gebieden. Wanneer ik ze vraag welke zaaizaadhoeveelheid aangehouden wordt, dan verschilt dat per regio. Op de zware klei in het Oldambt is 200 kg/ha eigenlijk de standaard, terwijl er op de lichter gronden veel lagere zaaizaadhoeveelheden gebruikt worden. Het idee hierbij is dat op de zware grond niet al het zaad opkomt en op lichte grond al het zaad juist wel aanslaat. De variatie in aangehouden zaaizaadhoeveelheden per regio en daarmee per grondsoort heeft als doel om de meest optimale plantaantallen per vierkante meter te krijgen. Dit geeft mij de bevestiging dat hierin al een beargumentering ligt dat precisielandbouw werkt. Wij hebben nu met de bodempotentiekaart de lichtere en zwaardere delen van het perceel in beeld. Dus is de stap naar variabel zaaien heel simpel, de collega telers verspreid over Nederland zaaien ook andere zaaizaadhoeveelheden afhankelijk van de grondsoort. Dit doen wij ook maar dan op het niveau van een machinebreedte.
Variabel schuimaarde strooien
Schuimaarde strooien wij voor een verbetering van de bodemstructuur en de bewerkbaarheid, de grond wordt als het ware losser. Ook bij deze toepassing komt de onderbouwing om verschillen aan te brengen in de dosering van de schuimaarde weer uit de boerenpraktijk. De zwaardere delen van het perceel zouden wij graag beter bewerkbaar krijgen, dus strooien we hier iets meer. Wij hanteren hiervoor een gemiddelde gift van 10 ton/ha met een goede verdeling binnen het perceel, weer op basis van de bodempotentiekaart. Bij ons krijgen de zware delen van het perceel 13 ton, de lichtere delen 7 ton.
Ik ben van mening dat nagenoeg alle toepassingen variabel uitgevoerd kunnen worden, ondersteund met boeren kennis uit de praktijk. Boerenverstand is en blijft de beste sensor en met ondersteuning van technieken zoals de bodempotentiekaarten en gewasscans kan dit eenvoudig toegepast worden.”